Deze kinderen komen vaak verwezen via het consultatiebureau of de huisarts maar ook wel op verzoek van de ouders zelf. Er zijn ook kinderen die een slechte start hebben gemaakt en bij de kinderfysiotherapeut komen via een kinderarts.
Omdat de ontwikkeling van kinderen in het begin heel snel gaat is het vaak zeer effectief om, bij indicatie, snel met kinderfysiotherapie te beginnen. De baby’s krijgen daarom vaak voorrang op oudere kinderen.
De grootste groep baby’s komt tegenwoordig met de indicatie afplatting van het hoofd (plagiocephalie), als gevolg van een voorkeursrotatie. Deze afplatting is meetbaar te maken door een plagiocephalometrie uit te voeren.
Signalen en aandoeningen bij baby’s waarbij kinderfysiotherapie zinvol kan zijn:
  • Voorkeurshouding, bijv. het kind kijkt steeds naar rechts
  • Scheef of afgeplat hoofdje
  • Huilbaby
  • Vertraagde motorische ontwikkeling
  • Billenschuiver
  • Pre-dysmatuur geboren kind ; te vroeg of te klein geboren
  • Lage spierspanning: kind voelt slap aan
  • Weinig kracht, bijv. het kind kan niet of nauwelijks zijn hoofd optillen in buikliging
  • Overstrekken
  • Onrust
  • Asymmetrie: een lichaamshelft beweegt anders/minder dan de andere helft
  • Moeite met houdingsveranderingen, bijv niet kunnen rollen/zelfstandig tot zit komen
  • Eenzijdig bewegen, steeds dezelfde bewegingen laten zien, weinig variatie
  • Spina bifida: kind met een open rug
  • Aangeboren/verworven hersenletsel
  • Erbse parese:  verminderde armfunctie obs zenuwbeschadiging ontstaan bij de bevalling
  • Orthopedische problemen bijv. klompvoet/hakvoet
  • Mentale retardatie achterstand in de verstandelijke ontwikkeling